Wilgen

We vlechten voornamelijk met wilgentenen. Een teen of twijg is één-jarig, nog niet verhout waardoor het soepel genoeg is om mee te vlechten.

De wilgenteen wordt in de winter geoogst, dan is het blad eraf en staat het groeiproces stil. Na de oogst wordt de twijg gesorteerd op lengte en vertakt en onvertakt. Gebost en te drogen gelegd. Na het drogen wordt de twijg nog minimaal een jaar binnen bewaard, hierdoor wordt deze taaier. Om er mee te kunnen vlechten wordt de twijg ca. 14 dagen onderwater gelegd, hierdoor wordt de twijg soepel en kan je er ongeveer een week mee vlechten.

teelt

Eigen teelt Salix daphnoides purpurea in de zomer.

sorteren, drogen en bewaren

Na de oogst worden de wilgen gesorteerd op lengte, vertakt en onvertakt.

Na het sorteren liggen de wilgentenen op deze manier te drogen.

Na het drogen gaan de wilgentenen naar de zolder. Daar liggen ze minimaal nog een jaar voordat ze verwerkt worden.

oogst

Oogst van de wilg in de winter. Door middel van een agria met maaibalk wordt de twijg net boven de grond van de knot gemaaid. De knot blijft in de grond zitten en kan in het voorjaar weer uitlopen.

De agria.

De maaibalk.

Oogst van Salix daphnoides purpurea in de winter.

weken

Voordat we met de wilgentenen kunnen vlechten moeten ze eerst geweekt worden. Afhankelijk van de soort, de dikte en de temperatuur van het water kan dit varieren van 1 tot ruim 2 weken. Voor dit proces gebruiken we regenwater.

Twijg voordat hij onder water gaat in de weekbak.